Verbonden.

Ntarana, Rwanda - 14 april 2014.

Met een Minibusje rijden we Kigali buiten. Het valt mij zwaar mensen te zien lopen langsheen deze wegen met hun spullen, hun vrienden, hun kinderen, hun gewone leven. Het is mijn 2de dag in Rwanda.

In het kerkje van Ntarana werden in 1994 tientallen dorpsgenoten afgemaakt met kogels, granaten en hakmessen. Het kerkje doet aan de buitenkant niet vermoeden wat er binnen plaats vond.

Ik zie in de stalen poort een kogelgat. Het geplooide staal lijkt op een "tulp" en laat de kracht en impact van deze kogel aanvoelen. Ik ga het kerkje binnen. Zelfs in de betonnen vloer zitten grote gaten. Alle zitbanken zijn bedekt met stapels kleren. Ze verstommen de ruimte.
















In deze duisternis druppelt het daglicht binnen doorheen honderden kleine gaatjes in het metalen dak. Alsof iemand bedacht een sterrenhemel te boetseren. Ze zijn de stille getuigen van de granaten die tussen de mannen, vrouwen en kinderen ontplofte die deze kleren droegen.

De gids leidt onze groep van verhaal naar verhaal, van gaten in de muur naar stoffelijke resten met een ingeslagen schedel. In de hoek staat een doopvont waar aan de binnenkant een stuk werd uitgeschoten. Ik wil geen verhalen meer. Ik loop naar buiten.

Op een graspleintje naast de kerk zetten mensen een tent klaar voor een herdenkingsdienst. Ik besluit bij hen te willen zitten. Ik begin een gesprekje met "Aimable". "In 1994 was ik als Belgisch militair in Kigali" leg ik uit. We kijken wat voor ons uit en zwijgen. Dan wijst hij naar het kerkje en vertelt: "Mijn ouders werden daar vermoord. Niemand in onze gemeenschap begreep waarom dit gebeurde. De mensen leefden goed samen. Het waren vreemden van buiten het dorp die dit gedaan hadden."

We houden elkaars hand vast.

We zitten samen en kijken. We zeggen meestal niets. Iemand uit onze groep komt voor de 3de maal heel rustig aangeven dat we verder moeten. Ik loop met Aimable in de richting van de hoofdingang. Hier stond hij als 15 jarige jongen in het kerkportiek en keek naar de lichamen van zijn ouders.

Aimable zegt heel gelukkig te zijn mij ontmoet te hebben. Ik voel mij overweldigd door zijn dankbaarheid. Twee verschillende werelden die zich in dit moment samen vinden en er steun uit putten. We omhelzen elkaar en nemen afscheid.


Op het pleintje voor de kerk rennen een groep uitgelaten kinderen. Ik schat ze tussen de 8 - 12 jaar. Ze spelen "tikkertje op de hoge".

We zijn één generatie verder.

"Dit is de plaats."