Theatermonoloog -PARA-

De première van de theatermonoloog -PARA- heeft heel wat losgemaakt.
De nacht was lang.

Want vroeger vertrok je als eenheid.

Er waren wij en zij. Als ik van A naar B reisde was de vraag: Ga ik in burger? Het militaire was de norm. Zelfs voor andere eenheden hadden we een naam: de Wieten.

Je vertrekt als eenheid, maar je komt alleen terug. Je komt altijd alleen terug.

Je komt alleen terug naar een straat, een huis en de mensen daaromheen. Je komt alleen terug naar iets wat je dierbaar is, iets wat bij je wil zijn, maar wat je op een afstand houdt. Want je bent -de eenheid- geworden.

Je bent opgeleid om te vertrekken, maar niet om terug te keren. Het is een parade van vaandels en rituelen die ons in nieuwsberichten en kranten uitdraagt.  Een parade die in uniforme kleuren hoopt op een gevierd heldendom.

Aan welke opleiding zou ik genoeg hebben om de herinnering aan een jonge moeder die we per ongeluk doodde te kunnen verdragen. Welke vaandels en kleuren zou jij passend vinden?

Als zij mij aanschrijven en vragen om te getuigen voor hun videocamera omdat mijn verhalen een belangrijke rol spelen in onze “Vaderlandsche Geschiedenis” – welk deel willen ze dan horen?
En als mijn verhaal hen niet bevalt, zullen ze er dan nog voor mij zijn? Want soms voel ik me als een wegwerpbatterij. Eens de nuttige energie eruit gezogen was, moest ik bij het kleine en gevaarlijk afval.

Je knipt de draden door van datgene wat je niet meer wil verdragen.

Maar hoeveel touw heb je nodig om in dit leven verbonden te blijven? Vanaf wanneer zal je parachute loslaten?

Ik weet niet hoeveel draden ik had doorgeknipt toen ik in 1993 thuiskwam uit Somalïe. Ik zag wel hoe moeilijk het was om, diegene die mij erbij wilde houden, van mij wilde houden, toe te laten.

Er zijn collega’s van toen die zelf de tranen niet meer vinden om dat verdriet te bewenen. Een vrouw vertelde mij dat er altijd een moment is waarop haar man naar de slaapkamer trekt. Dan gaat hij een schoendoos met foto’s halen. Iedereen aan tafel weet wat er gaat komen. Hij haalt het deksel van de doos en begint te vertellen. Iemand zegt dan: “We moeten maar eens gaan, want onze babysit wacht.”

De volgende ochtend duwt ze de pedaalemmer open en telt de stopkes Jupiler. Dan weet ze; het wordt een lange dag. Hij zal opnieuw van heel ver naar huis moeten komen.

De theatermonoloog -PARA- raakt mij daar waar ik met mijn eigen woorden niet meer geraak.

Het voelde alsof Bruno naast me stond en zei: Ik zie dat ge er niet meer bij kunt. Wacht ik raap het wel voor u op. Hier zie, dit is ook iets van u, leg het maar in uw handen. We zijn hier niet alleen.”

Met woorden heeft David zinnen gesponnen. Zinnen als draden die de tekst tot een parachute hebben geweven waar de hele zaal onder paste. Raven en Bruno zijn gesprongen. Ik zag Bruno met veel liefde zoeken en worstelen onder dat enorme zeil.

Onder die koepel hing ik veilig in de stilte van de zaal. En ik was niet alleen. Bruno vroeg of diegene die ooit hun leven geriskeerd hadden voor iemand anders, wilde rechtstaan. En daar stonden we dan, elk met zijn verhaal.

Verhalen die waar zijn, verhalen die niet waar zijn, verhalen waarvan we zouden willen dat ze waar zijn en verhalen die we vertellen door er twintig jaar lang over te zwijgen. En al deze verhalen zijn waar. Want ze vertellen iets over wie we zijn en hoe we naar onszelf kijken.

Voor al diegene die willen. Voor diegene die de moed niet vonden om te getuigen, heeft -PARA- een ruimte gemaakt. Een ruimte die noch veroordeelt, noch wegkijkt.

Heel veel dank daarvoor. Ik groet jullie.


Reginald Verhofstede
Herentals, 3 december 2016



***

"Je zou bijna Staelens' salueer-les in praktijk brengen. Uit respect voor de acteur en 
voor de mensen die hij met deze monoloog eindelijk een klare stem geeft."

Els Van Steenberghe

***

Tijdens de première zaten ook enkele para’s in de zaal, en het illustreert zondermeer 
de kracht van het theater dat leden van een bataljon dat destijds publiekelijk werd 
uitgekotst, nu op een applaus konden rekenen.

Para raakt gevoelige snaar (BRUZZ)
Michaël Bellon

***

De vraag naar wie dader is en wie slachtoffer zoemt luid doorheen het hele stuk, en 
tegelijk gaat het stuk helemaal niet over het aanwijzen van daders en slachtoffers: het 
gaat over complexiteit, bezinning en nuance.

Para is een oefening in luisteren naar wat niemand zegt (MO*)
Tine Destrooper

***



2016
DE BEZIGE BIJ
AMSTERDAM | ANTWERPEN