Somalië, Bandar - 25 Oktober 1993.


[...]

De huizen hier zijn leme hutten zoals er enkele in Bokrijk staan. De kamers zijn zeer donker. Met kleine houten klapraampjes. Als wij de hutten naderen worden ze meteen dichtgetrokken.

Het laatste huis wat we hier doorzochten staat in de meest explosieve sector. We vielen binnen en troffen zeer veel rommel aan. We namen de bewoner mee mochten er ergens "boobytraps" liggen. Dan zou deze bewoner wel aarzelen. De riem van mijn wapen sneed in mijn nek. Mijn broek scheurde omdat ze veel te hard plakte tegen mijn ontstoken billen. Mijn kogelwerende vest stinkt.

...

De onderlinge competitie, het onbegrip van het hogere echelon, de absurde "rules of engagement", de veroordelingen in België en al de misverstanden, de spanning op één moment wordt soms zo hoog gedreven dat ik niet meer kan slikken.

Ik zie en ruik tienduizend maal scherper!

Ik ben een junk geworden. Die adrenaline is zo verslavend. Ik verlang naar dat moment van waanzin. Een moment waarop wij allemaal even klein zijn. Laatst begon ik mij slecht te gedragen tegenover onze LT. Ik denk dat het komt omdat ik maar niet de mogelijkheid heb om in die spanning te komen. In feite is het gek, knetter gek. Om gek van te worden.

...

Er kwam een man op ons afgelopen met een huilende baby in de armen.

We gingen bij hem staan en hij keek ons vragend aan. Het kleintje was naakt en riep uit alle macht. Hij draaide het om en we zagen dat een van zijn billetjes aan het wegrotten was. Er stonden zwarte korsten op.

Ik probeerde een "MEDEVAC" te regelen maar en konden geen helicopters vliegen. Mijn "MEDIC" nam zijn verbanddoos en ging op zoek naar wat materiaal. Met een pincette probeerde hij de zwarte stukjes vlees weg te nemen. Het kleintje bleef maar roepen.

Op een bepaald moment begon zijn hand met de pincette zo hard te beven dat hij zijn andere hand nodig had om de pincette überhaupt nog vast te kunnen houden. Hij heeft de wonde nog wat proberen te ontsmetten. Toen hebben we hen weggestuurd.



Ik weet niet meer wat ik dacht toen ik hier toekwam.
De brug is te lang geworden.

[...]