Somalië, Kismayo - 13 Oktober 1993.

[...]

We zijn nu aan onze laatste week "TOWN" bezig. Vele uren wacht lopen.  Drie uur op, drie uur van rust en drie uur klaar staan. Dat drie weken achter elkaar, vreselijk!.

Maar de trein begin weer langzaam te versnellen.




Volgende week vertrekken we voor 21 dagen naar BANDAR. We komen onder het bevel van een majoor die hier bekend staat als majoor "Attack". Weinig hoeft gezegd wat die drie heerlijke weken binnenland ons zullen brengen. Zeker wanneer we onder het bevel komen van iemand die nog weet waar de klepel hangt.

In Bandar is het onrustig. We moeten opletten.

Gisterennacht stond ik van wacht op CP-Beach.  Er werd geschoten op een van mijn mannen. "Blijven waarnemen!" kreeg ik als bevel door de radio.  Plots drie geweldige knallen. Toen realiseerde ik mij dat iemand vanuit de duisternis op mij geschoten had. Toen heeft onze MAG-schutter het vuur geopend. Mét overtuiging! We hebben niets gevonden.





Wij waren van wacht toen we in de radio hoorde: "CHARLIE BASE, this is Charlie One Five, Contact wait out.". Toen bleef het even stil en kwam: "CHARLIE BASE, CHARLIE ONE FIVE, One Six is down, over." Nu wisten wij dat de LT van het andere peleton was neergeschoten.

Hier in Kismayo hebben veel mensen het voor het zeggen, meestal zeggen ze niets. Onze LT wist het heel treffend te zeggen: "Bij gebrek aan Bizons jaagt men nu op de Indianen."

Het hoeft voor mij niet meer. Ik ben het zat! Misschien denk je nu: "Wat wil hij nu?". Wel hier in Kismayo zijn wij afhankelijk. Het is alsof we met handen en voeten gebonden in het water worden geworpen. 

Ik denk zeer veel na over wat ik ga doen na Somalië. Ik denk aan een huisje en tuinje. Misschien overdrijf ik nu een beetje. Geld verdienen of misschien moet ik toch een diploma halen. Het zijn dingen die hier zo weinig betekenis hebben.

[...]